Laten zien dat boeren geld kunt verdienen door dingen nauwkeuriger te doen. Dat is wat twee kennispartijen uit Dronten willen bereiken in het POP-project ‘Beter benutten bodempotentie met smart farming’. Verstand van digitale techniek is niet nodig. “We willen vooral laten zien wat de mogelijkheden zijn.” Ook de provincie is enthousiast.
De aanwezigheid van veel agrofood kennispartijen in Dronten heeft al meermaals geleid tot creatieve samenwerkingen. Dat geldt zeker ook voor het project ‘Beter benutten bodempotentie met smart farming’. Advies- en onderzoeksbureau Delphy werkt daarin samen met Aeres Hogeschool aan stimulering van smart farming toepassingen in Flevoland. Projectleider Herman Krebbers vertelt over de aanleiding en de uitvoering.
Vervolgstap hapert
“Nauwkeurig navigeren is al helemaal ingeburgerd”, vertelt Krebbers. “Een hoog percentage van de nieuwe trekkers wordt tegenwoordig afgeleverd met GPS en een stuurautomaat. Maar de vervolgstap hapert.” De expert Mechanisatie en Precisielandbouw van adviesbureau Delphy doelt vooral op het gebruik van GPS en sensing technieken om plaatsspecifiek teelthandelingen uit te voeren. Krebbers: “Een grote groep boeren gebruikt de GPS al voor het uitschakelen van secties van de veldspuit of de kunstmeststrooier. Maar je kunt de techniek ook gebruiken om te variëren met bijvoorbeeld plantafstand, de mestgift of de dosering van gewasbeschermingsmiddelen. En die toepassing komt nog niet echt van de grond. Terwijl het voor veel bedrijven wel verbetering van het teeltresultaat en rendement op kan leveren of het werk gemakkelijker kan maken”.
Voordelen zichtbaar maken
Dat smart farming nog geen gemeengoed is, ligt niet aan de technische mogelijkheden. Er is inmiddels een breed arsenaal van veldspuiten, (kunst)meststrooiers en zaai- en plantmachines die geschikt zijn voor smart farming. De barrières zitten volgens Krebbers op andere vlakken. “Het heeft deels te maken met onbekendheid met de techniek en met dataverwerking. Maar de belangrijkste hobbel zit bij het zichtbaar maken van de voordelen. Daarvoor moet je informatie verzamelen en analyseren. Waar zitten op mijn percelen plekken die een lagere opbrengst geven of een slechtere kwaliteit? Waar komt dat door? Wat kan ik er aan doen? En wat kan ik er mee verdienen? Dit is voor veel boeren een lastig traject. En juist daar willen we hem bij helpen in dit project.”
Steun van provincie
Samen met docent Kees Westerdijk van buurman Aeres Hogeschool bedacht Krebbers een opzet waarin agrariërs laagdrempelig kunnen kennismaken met smart farming. De provincie Flevoland was enthousiast en kende een POP-subsidie toe. Krebbers: “De provincie Flevoland wil graag stimuleren en laten zien dat Flevoland voorop loopt met deze toepassingen. Bovendien kan smart farming helpen om milieubelasting te verlagen en de kwaliteit van de bodem te verbeteren. Dat sluit goed aan bij de ambities van de provincie.”
Opbrengst gelijk trekken
Deelnemers krijgen bij de informatie-zoektocht hulp van studenten van de Aeres Hogeschool. Krebbers: “Zij gaan de boer helpen met het verzamelen van de benodigde gegevens. Kan hij meekomen met z’n opbrengsten, vergeleken met collega’s? Heeft hij slechte stukken in percelen? En wat is daar de oorzaak van? Zijn het aaltjes of andere bodemziekten. Of komt het door bodemverdichting? Ook raadplegen we gratis satellietbeelden. Of we vliegen een rondje met een drone. Welke verschillen zie je binnen de percelen van de boer? In een volgende stap wordt berekend wat de boer kan verdienen als hij achterblijvende plekken met plaatsspecifieke maatregelen op het niveau van de rest van het perceel brengt. Indien nodig worden aanvullende bodemmonsters genomen en uiteindelijk volgt een verbeteradvies.”
Win-win voor alle partners
Ook bij de omzetting van het advies naar verbeteracties wil Krebbers laagdrempelige mogelijkheden laten zien. “Het hoeft niet persé ingewikkeld te zijn. Je kunt al een zonekaart maken op basis van grondsoortverschillen die je uit een bestaande bodemkaart haalt. En daarna variaties aanbrengen in de bemesting door de kunstmeststrooier handmatig te verstellen. Maar wie verder wil gaan of al taakkaart-geschikte machines heeft, kan hulp krijgen bij de implementatie van de techniek.”
Krebbers ziet in het project een win-win situatie voor alle partijen. “De studenten van Aeres Hogeschool doen ervaring op met metingen en het verzamelen van informatie. En Delphy kan z’n expertise op het gebied van teelt, mechanisatie en smart farming in samenhang inzetten. Maar het belangrijkste is dat de boer de voordelen van smart farming beleeft vanuit zijn eigen bedrijfssituatie. En van daaruit kan hij gemotiveerd besluiten om wel of niet verder te gaan.”